15 feb 2021

(3) Poes en de zin van ons leven

Bijgewerkt: 1 mei 2021

Driekwart jaar oud lijdt Poes volgens eega aan vroege dementie: gaat het om eten, dan is haar kortetermijngeheugen weg. De brokjes zijn snel vergeten want ze kan direct weer lopen piepen alsof het de hoogste tijd is. Verlaten we de keuken, dan loopt ze gewillig mee en legt ze zich erbij neer dat schraalhans keukenmeester is.

Niets geleerd

Op een avond kwam ze bijna scheel binnen. Ze zette zich schrap en onder heftige antiperistaltische convulvies produceerde ze een volledig gave muis. Vlot daarna legde ze een tweede muis voor onze voeten neer. Met ontzetting zagen we een derde, niet meer geheel gave muis uit haar keeltje verschijnen en van een vierde, minder gevormd braaksel vermoedden we dat ook dat van muiselijke oorsprong was. We hadden het amper opgeruimd of ze wilde wel weer eten. Ze keek nu weer helder uit haar ogen maar had niets geleerd.

Poes is er in het wild mee opgegroeid haar belangen te verdedigen: nog lang zette ze twee bezittende voorpoten middenin haar etensbakje en in de tijd dat we toenadering zochten en een zusje voorzichtige stapjes deed richting lokkende kattebrokjes, blies ze de ander weg. Haar broertje en zusje (onze toeschrijving: naar het geslacht moeten we raden) hebben we nog enige tijd schichtig langs zien trekken maar nu bewegen nog alleen vader en moederpoes zich over ons terrein. En Poes, altijd erbij als we de landerijen inspecteren.

Nestmateriaal

Dagelijks staat muis op haar menu. Een levende muis liet ze ontsnappen: die verdween kort achter de voordeur in een kier van de trap en verscheen later tot onze schrik in de provisiekelder. In de schuur vreten muizen zich door de zakken vogelvoer, maken ze gaten in de katoenen broodzakken in de boodschappentassen en pluizen ze de voering van een warme jas uit voor nestmateriaal. Het maakte geen verschil toen Poes onbedoeld een nacht doorbracht in de schuur, op zachte pootjes naar binnen gelopen toen ik afval scheidde en onopgemerkt ingesloten. Ontspannen wandelde ze ’s ochtends naar buiten, ons leven weer zin gevend nadat ze te lang zoek was geweest.

    26