Dan nemen we de hele menagerie mee, houd ik de moed erin als dierenarts Paul ons met de kipjes uitnodigt in de praktijk op het uur dat we Poes laten vaccineren. Maar zover komt het niet, want Berthie komt ’s ochtends in haar donkere hokje niet meer in beweging. We bellen Paul: kom langs alsjeblieft! Paul wordt besproken via toets 2: niet de kleine huisdieren maar het serieuze (pluim)vee. Het wordt een bewogen dag, met aan het eind nog een onverwachte kleine gast en een minstens zo onverwachte positiebepaling van prachthaan Barry.
Laatste spoortje
Met Paul in aantocht worden loslopende prachthaan Barry en kipje Gerda met vogelzaad binnen bereik gebracht. Barry kijkt geduldig toe hoe Paul Gerda in zijn handen grondig onderzoekt: geen sporen van wormen, geen bloedluis, wel zware ademhaling. Een bacterie kan hij bestrijden, een virus moet het kipje zelf doen. Ze krijgt een injectie en Barry ontvangt haar terug. De hele dag trekken ze samen op. Van Barry is Paul onder de indruk: zo gezond, zo sterk (zie kleur en vorm van de kam!) en: zo vriendelijk. Dat maakt hij ook heel anders mee.
In Berthie vindt Paul nog maar een laatste spoortje leven. Ik houd haar in mijn handen als hij haar in de borstspier het laatste spuitje geeft en we blijven bij haar op een schaduwrijk plekje in het gras, met pijn in het hart dat ze zoveel heeft moeten lijden. Later ligt Barry bij haar in de buurt, zijn buik ook in het gras. Hij ziet hoe ik haar naar haar grafje til opzij van de bibliotheek: inmiddels drie kipjes, een appelvink, Moederpoes en, slachtoffers van haar dochter Poes: een kleine eekhoorn en diverse vogeltjes (meestal eet ze die op). In de dierenpraktijk laat Poes die middag met een hond in zicht alle levensmoed varen en ze duikt van de tafel pardoes een openstaand kastje in. Het is snel voorbij en thuis lijkt ze het leed snel vergeten. Maar de dierenavonturen zijn voor ons nog niet voorbij.
Niet pluis
Bijna thuis trap ik op de rem: op ons bosweggetje beweegt een egeltje, piepklein maar compleet! Niet pluis: dat nachtdiertje horen we overdag niet te zien. Het bijzonder energieke beestje is kennelijk op eigen sap de wijde wereld ingetrokken. Eega pakt haar met een vestje en belt de egelbescherming. En zo zitten we ’s avonds in een achtertuin in Roosendaal met wat een amper twee weken oud meisjesegeltje blijkt dat zonder verwijl ons hart heeft gestolen. Dat snoetje! Die pootjes! (eega). Haar in het net weer lege kattenmandje even laten piepen op de oprijlaan heeft helaas geen contact gebracht met een ouder. Ze blijft in de opvang maar binnen zes weken moeten we haar weer uit kunnen zetten: nieuw leven op het landgoed. En thuis? De berooide Barry, ooit met Bram hoog in de boom en sinds de kipjes altijd ’s nachts op stok, heeft voor het eerst van zijn leven het kippenbakje opgezocht waarvoor hij de laatste dagen de wacht heeft gehouden voor zieke Berthie. Nu deelt hij dat met tedere vanzelfsprekendheid met zijn (voorlopig) laatste kipje Gerda.
(foto Barry: Hanny Savelkouls)
留言