Dit had ik nooit moeten doen. Ik deed het geloof ik niet uit loyaliteit, het was ook zeker niet slim, ik kon raden dat het verkeerd zou uitpakken. Ik deed het toch, het oude beestje voor onderweg nog een keer meenemen voor een week in Utrecht om op een huis en twee katten te passen. Wie zou er niet één meenemen? Maar niet deze. Ik betaalde een prijs voor mijn hardnekkigheid, een andere dan ik kon verzinnen.
Wat was het idee: ik zou, weer eens in het centrum van het land, met de trein naar Arnhem, Rozet bekijken, de veelgeprezen bibliotheek en cultuur- en erfgoedcentrum. Dat is ook wat ik ging doen. Voordat ik mijn oppasadres verliet deed ik mijn laptop uit. Althans dat probeerde ik, maar hij ging aan de slag met onuitgenodigde updates (Windows… verzucht mijn levensgezel dan, die een ander aanhangt) en daar heeft hij op zijn leeftijd een kluif aan: soms denkt hij na over elke letter die ik typ. Hij stond te blazen en te zuchten en bleef bezig en de temperatuur liep op en hoe lang dat kon gaan duren, geen idee. Ik sloot na enig delibereren de gordijnen tegen de hete zomerzon en trok de voordeur achter me dicht. Hij sluit heus wel af als het werk gedaan is, zei ik tegen mezelf. Jammer dat ik dan de stekker er niet uit kan trekken, dat voelt beter. Kan er iets doorbranden en slaan de stoppen dan door? Ik liep niet lekker de straat uit en vroeg me af: wat tref ik aan bij thuiskomst? Maar ik zette door, de bus wacht niet.
Met jezelf leven
Op het station aangekomen voelde ik het aan me trekken: ik kon op zich nog terug om te zien dat hij klaar is en om de verbinding met het lichtnet te verbreken. Maar heen en terug neemt een kostbaar uur want later betekent heter, het is augustus 2022, met klimaatopwarming zeg maar Frankrijk jaren zeventig, dat is niet niks. Nog op het balkon moest ik de neiging onderdrukken, uit de trein te springen en terug te gaan. Maar de deuren gingen dicht en de trein reed en reed en mijn gedachten stonden ook niet stil. Binnen loopt daar de temperatuur op: wat als de ventilator van de laptop gaat gloeien? Staat het huis op het spel, met alles wat erin is? Ooit stootte ik met stofzuigen het dak los van dochter’s Playmobiel huis: hoe kan je met jezelf leven? schreef ze me toen. De trein naderde Arnhem en ik zei tegen mezelf: raak die gedachten kwijt, het slijt wel, geniet van je dag.
Het is in Arnhem aangekomen nog een kunst vanaf het perron de mooie nieuwe stationshal te vinden en de uitgestippelde route ligt geloof ik ergens anders (meestal zit ik er 180 graden naast), maar ik volgde met succes de bordjes Rozet Kwartier. Aan een soort pleintje heeft Rozet een vrij smalle voorkant; dat het gebouw ver naar achteren langs de buurstraatjes links en rechts iets uitloopt zie je binnen overal terug. Een brede houten trap met veel licht van rechts voert er naar boven, met doorgangen in het gebouw aan de linkerhand, de bibliotheek over twee lange etages. Daar wisselen smalle boekenkasten af met de hoge ramen die de buitenkant van het gebouw bepalen. Het beviel me allemaal, maar vanaf het panoramadak bepaalde toch vooral mijn geestesoog wat ik zag: niet langer een kríngeltje rook, álles ging in rook op, het huis van dochter en schoondochter met al hun dierbare spullen, Hendrik Haan uit Koog aan de Zaan revisited. De twee dierbare katten, komen die nog weg door het luikje als het echt fout gaat? Scenario’s voor eigenhandige levensbeëindiging schoof ik nog net voor me uit.
Veel kruim
Beneden in Rozet nog koffie drinken was vooral een oefening in zelfbeheersing, net als de korte tussenstop in een goeie boekhandel in de stad, waar ik, ik heb dat soms, rondkeek met de blik: wat kan ik terugkopen als ik alles kwijtraak (antwoord: heel weinig). Trein, rit. Stationshal. Poortjes. Busstation. Terug naar huis. Bus lijn 8 kwam maar niet op stoom: eerst strompelde een oude mevrouw met stok eruit, aanwijzingen gevend aan een gecharterde medepassagier over waar haar bagage moest landen; vervolgens wilde een oude meneer erin die voor zijn rollator maar moeizaam plek vond tussen de banken. Potterstraat. Neude. Janskerkhof. Lucas Bolwerk. Maliebaan. Vanuit de bus kon ik het begin van de straat zien: geen weglopend bluswater, geen volksoploop, geen rode auto’s of blauwe lichten. Halte Burgemeester Reigerstraat. Binnen bleek alles in diepe rust, de katten tilden vermoeid hun kopjes op. De koele laptop gaf geen kik.
Naar Rozet ga ik nog wel een keer terug. Het kostte veel kruim, deze tekst op de laptop te tikken: traag, letter voor letter soms, met tijdelijk uitval van programma’s en veel gepuf en geblaas, van de laptop en van mij. De accu is stuk, de beveiliging is inmiddels ook down. Het is genoeg geweest, de laptop gaat niet meer mee, ik trek de stekker erui
(Utrecht/Arnhem 3 augustus 2022)
Comments