top of page

‘Arendts ‘banaliteit van het kwaad’ klopt op zijn best bij kleine helpers, verder zeker niet.’



Dat duizenden, soms honderdduizenden daders, vrijwel altijd mannen, massaal geweld plegen tegen ongewapende burgers, met in de 20ste eeuw zeker honderd miljoen slachtoffers, wordt al vijftig jaar geweten aan de situatie waarin de daders zich bevinden. Essayist en socioloog Abram de Swaan (1942) pleit echter voor een analyse in termen van situatie zowel als dispositie.


‘De vulgarisatie van de Arendt-Milgram-Browning-traditie heeft geresulteerd in het grote cliché van onze tijd: potentieel zijn alle mensen genocidale daders, ze hebben alleen nooit in een situatie verkeerd waarin dat zou blijken.’ De socioloog ziet een ‘overgeso­cia­liseerd mensbeeld.’ De weigering van veel proefpersonen van Milgram de (nagebootste) stroom­schokken toe te dienen was reden geweest hun achtergrond te onderzoeken. Hannah Arendts stelling over de ‘banaliteit van het kwaad’ klopt op zijn best als het gaat om de kleine helpers, verder zeker niet. ‘Maar de termen sloegen meteen al aan en verwoorden nu waarschijnlijk de grootste bêtise in het kleine maar breed geciteerde repertoire van clichés over de Holocaust en over genocide in het algemeen.’


Schaamte over massamoord


De Ordinary Men van Christopher Browning (gewone Duitsers volgens Daniel Goldhagen; een Hamburgs vrijwilligersbataljon vermoord­de tienduizenden joden) laten juist verschil­len zien in individuele persoonlijkheid en dispositie. Bijna altijd wordt de verborgen selectie genegeerd: het is geen toeval wie in zulke situaties terecht komt. De denkfout dat dadergroepen representatief zijn heeft een enorme invloed gehad op het morele denken over de hedendaagse mens en de moderne samenleving. ‘De eensgezindheid waarmee het wordt uitgesproken (wij zijn vrijwel allemaal in staat tot zulk kwaad) en aanvaard, moet wijzen op een diepere betekenis­laag die weerklank vindt onder een zeer breed, hoogopgeleid, hedendaags publiek.’ Zo wordt de schuld gelegd bij het tijdperk, de menselijke soort en de Moderniteit, de barbaarse en regressieve aspecten van genocide negerend. ‘Modern is niet massamoord, maar de schaamte erover.’


Genocide begrijpen vergt het in beeld brengen van de wisselwerking tussen vier niveaus: macro-, meso- en microsociologisch en psychosociologisch. Genocide is waarschijnlijk zo oud als de bescha­ving zelf. ‘Gedurende de gehele menselijke geschiedenis is massaal geweld gepleegd, en de schaal van dat geweld kwam overeen met de schaal van de toenmalige sociale organisatie. Het was dus bovenal het proces van staatsvorming in een stelsel van staten dat de vorm en de reikwijdte van de geweldsuitoefening bepaalde.’ De staat is de grootste mensendoder in de moderne wereld, met gewone burgers als slachtoffers.


Reservaten van wreedheid


Mas­sa­vernietiging kent vier modaliteiten: de razernij van de verove­raars, de heerschappij door terreur (schrikbewind), de triomf van de verliezers, de razernij van de menigtes (megapogroms). ‘…vijand­beelden zijn over een lang verloop van tijd ontstaan, bleven vaak latent, en werden dan door het regime weer opgerakeld om de eigen doeleinden te dienen; nooit ontstaan ze uit het niets.’ Geno­cidale regimes ‘­slaagden erin de(ze) sociale en individuele regu­lering van geweld en angst grondig te wijzigen. Dat deden ze vooral door compartimenten te creëren waar gewelddaden konden en moesten worden begaan met volle overgave en in volkomen straffe­loos­heid. () In die comparti­men­ten van vernietiging vervielen de daders tot een regressie in dienst van het regime.’ Haat, minachting en afschuw zijn emoties die helpen bij desidentificatie van de slacht­offers en identificatie met de groep daders. ‘Compartimentalisatie is het sociale arrangement en het psychische verdedigings­mechanisme bij uitstek in een samenleving waarin geoormerkte groe­pen uitgesloten worden van de bescherming van de staat en van de solidariteit van de overige bur­gers en waar zij in enclaves van wreedheid mishandeld en vermoord worden, terwijl in de rest van de samen­leving een zekere mate van beschaving blijft bestaan.’ Zo ontstaan ‘reservaten van wreed­heid’.


Afgeleerde empathie


‘Het gaat erom dat mensen soms geconfronteerd worden met morele keuzes. … En de beulen kozen het verkeerde.’ Het traject van dysmentalisatie past nog het best bij de genocidairs. Zo leren ze hun empathie af. ‘Hun beperkte morele geweten, laag besef van eigen aandeel in hun levensloop en gebrek aan empathie kunnen wellicht aanwijzingen geven over de verschillen tussen de meeste daders en de meeste andere mensen.’ Zelfs een massamoordenaar, stelt De Swaan, is een persoon, een persoon die in veel opzichten anders is, verschillend zoals iedereen.


Compartimenten van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders. Abram de Swaan. Vertaald door Gertjan Wallinga en Abram de Swaan. Amsterdam 2014.

15 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page