top of page

Domweg gelukkig in Deventer


Het punt is, ik begin ermee en houd niet meer op, de hele dag niet, praten met wie ik tegenkom, ik communiceer me te pletter. Ik ben op de jaarlijkse Boekenmarkt alleen en tussen gelijkgestemden, ik kan met iedereen praten. Ik weet zeker dat ze dat leuk vinden. In ieder geval heb ík een topdag. Op weg van station naar binnenstad en IJsselkade blijkt de eerste koper al klaar: hij gaat tegen de stroom in, gevonden wat hij zocht, zijn vreugde is tastbaar.


We zijn geweest


Uit de stapels nieuwe, Engelstalige gebonden boeken trek ik in de eerste de beste kraam mijn eerste aankopen en ik fris er de ervaring op van geduldig vooraankomen en tactisch opschuiven: met de buurman van plaats wisselen zonder ruimte te geven, het is al druk. De verkoper ziet wat ik pak en reikt me een boek aan dat ik met één blik accepteer, wat leidt tot meer suggesties en meer aankopen en ook een paar tasjes: dat van Poertgen Herder, Haus der Bücher in Münster, zeker veertig jaar met mij op reis, volstaat niet.


Ik had eega ontmoedigd: het zou beestenweer worden en bij vertrek is dat ook zo. Maar in het oosten is een kleine window of opportunity: het blijft er uren droog. Met veel kramen ben ik op afstand al klaar: prentbriefkaarten, kinderboeken, stripboeken, pockets, zwarte paperbacks (‘Spanning’), vage negentiende-eeuwse Franse bandjes, het scheelt werk. Ik luister om me heen: ‘Ik heb ze tot 1967, daarna niet, zeg maar…’. ‘…die hoeven we niet, we hebben thuis nog vlaai’ (nabij de wafelkraam). Twee meisjes: ‘Kunnen we tenminste zeggen dat we zijn geweest.’


Boekvirus


De Utrechtse antiquaar die ik al decennia ken reageert zoals altijd gereserveerd op mijn wat informele groet, hij herkent me nooit. Een boekje van Christopher Hill van de Oxford University Press over de Anti-Christ in zeventiende-eeuws Engeland moet mee: de anti-christ, vaak vereenzelvigd met de Paus maar ook gebruikt als scheldwoord, was ooit erg belangrijk maar inmiddels kan aan zijn bestaan worden getwijfeld, schrijft Hill onderkoeld. ‘History is not an exclusively rational process.’


Een stichting uit Tilburg maakt boeken voor bibliofielen. De diagnose is simpel: ‘Gaat u in iedere vreemde stad naarstig op zoek naar de beste boekwinkel? Laat u, regen en wind trotserend, geen boekenmarkt schieten? Denkt u aan een antiquariaat als u zich het paradijs verbeeldt?’ Eén ja betekent al: besmet met het boekvirus, ik scoor 100%. Peter, thuis goed voor 4.000 boeken, wijst op zijn echtgenote: boek erin, boek eruit is haar regel. Zijn kinderen lezen Engels, fantasy, young adult. Hij maakt een wegwerpend gebaar: ruimen ze ooit op, alles gaat naar kringloop en oud papier.


Walvis


Niet iedereen gaat er even ver in, zegt een meneer met een blik naar zijn kraamgenoot van Handboekbinden. Ik vertel dat eega alles graag zou doen, ook boekbinden (ziet ze een documentaire over walvissen, ze wil een walvis). Ik krijg een folder mee voor de Boeken Ambacht Beurs in Leiden (4 november, Pieterskerk), een tijdschrift Handboekbinden en een boekje in zes nog losse, ongesneden katernen. Waar dat over gaat? Geen idee, nog niet gelezen. Eerst binden, veronderstel ik. De mannen willen er niks voor hebben.


‘Daar is een vereniging van, van Joseph Roth-liefhebbers,’ vertelt een klant een antiquaar. ‘O ja?’ ‘Opgericht door iemand die hem heeft vertaald.’ ‘Zo?’ Ik meng me in het gesprek: ‘Els Snick, een Vlaamse, het Joseph Roth Genootschap.’ Ik heb hun aandacht. ‘Ze hield een lezing in Tilburg bij Livius vanwege haar vertaling van een boekje van Soma Morgenstern over Joseph Roth.’ Zo is het wel genoeg. Maar ik ga door: ‘In de nieuwe biografie van Roth van Keiron Pim wordt Els geciteerd: ze deed onderzoek in Vlaanderen.’ Aha, zeggen ze, zonder te weten hoe verder met het gesprek.


Niets is verloren


Regen is een onderwerp vandaag, maar die zie ik pas in de trein terug voorbij Dieren, als ik erop zit te puzzelen dat ik heen vanaf Zwolle de trein richting Roosendaal had en nu, op weg naar Arnhem, wéér de trein naar Roosendaal, bizarre logica. De laatste bezoekers van de boekenmarkt die ik spot verlaten de trein op Driebergen/Zeist. Ik denk aan het meisje dat haar opa trots een boek toonde en, zoals mijn vader deed en ik doe, onder de stofomslag de band bekeek. Niets is verloren.


Het wordt een levenshouding, communiceren. Terug in Utrecht zucht een mevrouw als ze al haar bagage in de bus op zijn plek heeft. ‘Gelukt,’ zeg ik invoelend en ik krijg een dankbare glimlach. In het straatje naar het huis van dochter en schoondochter zie ik niemand, dan maar de kat proberen, die mauwt wel terug.


(Deventer, 6 augustus 2023)

66 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Aardige mannen in Gouda

Onverwacht komt zoveel bij elkaar: toen en nu, veel toen eigenlijk. Het wordt een gesprek tussen mannen – maar aardige mannen.

Angst in Arnhem

Hoe kan je met jezelf leven? schreef mijn dochter me ooit. Maar dit was nog veel erger. Ik had dat oude beestje nooit mee moeten nemen.

bottom of page